Pelgrimeren bij kou, regen, storm en hagel
Het is niet voor t eerst dat ik bij een lange pelgrimage door kou en winterneerslag te lopen heb. Maar dit keer is t wel erg bar en boos. Als pelgrim heb je t te nemen zoals het is en misschien juist daardoor word ik extra blij en dankbaar voor de kleine en grote dingen van het pad.
Dat t niet gaat regenen terwijl ik mijn brander stook voor een soep of thee.
Dat t enige café open is.
Dat er n bankje staat en de zon even doorbreekt.
Dat ik mag douchen en uitrusten in de keuken bij een bevriende collega, ook al is hij zelf niet thuis.
Dat een jongeman uit Syrië in is voor een goed gesprek over de belangrijke dingen van het leven, inclusief de dingen van de ziel.
Dat de religieuze boekhandel van Emmerich n keur aan wandelkaarten heeft om uit te kiezen zodat ik niet op telefoon (en als ie leeg is kompas) ben aangewezen om de prettige wandelwegen te vinden.
Dat de asperge boerin me uitnodigt om even bij haar in de keuken uit te rusten met een kopje cappuccino(van dat oplosspul met melk kakao en suiker en dat ik toch n dankbaar gevoel hou).
Dat ik na 10-en s’avonds in Kleef bel met Pieter van Huis te Cleef, en dat ie n beetje moppert dat ik zo laat bel, dat ie vol zit en al meedenkend bij de optie jeugdherberg zegt ; ‘Dat is geen optie, dat is nog 5 km en de berg op, ik maak wel een bedje voor je klaar’.
Dat mijn lief meeleeft met het lopen in de regen en me mijn andere bergschoenen, schone kleren en betere regenkleding komt brengen.
Dat we dan samen eten en slapen bij t veerhuis van tante Jet.
Dat mensen me n mooie tocht wensen via dit gekke apparaat waarvan de batterij af en toe leeg raakt.
Dat mensen die ik tegenkom verhalen met me delen.
Dat de buizerd regelmatig roept en voor me uit vliegt.
Nat hout geeft veel rook