Grensverhalen, over thuis voelen en er bij horen
Terwijl mijn jongste zoon zich aan de grenzen van fort Europa inzet om vluchtelingen te ondersteunen loop ik langs en net over de grenzen van Nederland. Daar heb je van die vergeten stukjes land die in t ene land liggen maar er toch niet helemaal bij horen omdat n kanaal of snelweg de verbinding bemoeilijkt terwijl de verbinding met t andere land ook niet optimaal is omdat de Gemeinde of Kreiz ambt er geen belang bij heeft deze medeburgers te verzorgen. Ik fantaseer dan, mede gevoed door de rommelige erven en huizen, dat hier de mensen terecht komen die er toch al niet helemaal bij horen in onze maatschappij.
Wie er wel of niet bijhoort wordt sowieso door grote lotsbeschikkingen bepaald volgens n Belgische meneer die in Nederlands Limburg woont en vanuit zijn auto een gesprek aanknoopt. Hij werkte vroeger bij n organisatie die zich inzet om lichamen en identiteit van gesneuvelde soldaten uit de beide wereldoorlogen te vinden. Polen kreeg n stuk erbij en er ging n stuk af en plots hoorden sommigen er meer en anderen er minder bij. Net als nu in Oekraïne of n aantal jaar terug in Joegoslavië. In Polen is trouwens ook n Zwarte Madonna, in Czestochowa. Daar gingen de mensen uit Petersburg vroeger ook naar toe op bedevaart.
‘Het zijn trouwens nu ook geen makkelijke tijden. Als ge in Sittard of Geleen iemand op straat iets vraagt reageren ze zo van ‘Moet ge iets van me?’ Assertiviteit doorgeslagen naar agressiviteit. Binnen eigen kring verwend en naar buitenstaanders agressief. Ik zie t ook bij m’n kleinkinderen. Ze bepalen zelf wanneer ze de auto van hun papa mogen lenen. Dat had ik bij mijn vader niet hoeven proberen. Een hele harde man, mijnwerker. Ik heb me wel afgevraagd hoe hij zo hard geworden is. Zonder vader opgroeien omdat je vader niet teruggekeerd is uit de grote oorlog. Waarschijnlijk daarom. Ik heb ook mooie hetinneringen uit die tijd. Mijn vader had n groentezaakje naast zijn werk in de mijnen. Daar hielp ik dan als twaalf-jarige en dan kwamen de Italiaanse collega’s die mijn vader Marechal noemden, wat het betekende weet ik niet maar wel dat t kameraadschap was. En Ik werd figlio di Marechal genoemd. Ik ga ze nu zien, de mensen uit die tijd, bij n reünie in Eisden. Da’s toch thuiskomen.’
Een dag later spreek ik een zoon van n Italiaanse mijnwerker, Toto heet hij, van Salvatore. Hij voelt zich thuis in België. Volgens hem hebben de Italianen en de Belgen de zelfde cultuur. ‘De zelfde kerk, dopen communie, eten , drinken, biechten. Voor de moslims nu is het veel moeilijker. Vooral de meisjes mogen niks van hun ouders. Zelf was ik vrij en ik ben ook met n Belgische getrouwd.’
Hij voelt zich meer thuis in Belgisch Limburg dan ik in ons Hollands Limburg, terwijl ik er toch ook geboren ben. Import ouders van dichter bij als Italie, maar ja, niet dezelfde kerk, geen communie en zeker geen biechten en niet met n Limburgse getrouwd. Het klinkt weliswaar bekend als ik onder Roermond de jonge mannen in de kroeg weer ‘plat’ hoor ‘kalle’. Maar n thuis gevoel geeft t toch niet. Ik was dan ook altijd unne Hollenjer, dus niet echt een van hen. Misschien dat ik daarom een thuisgevoel krijg als ik reis. Juist als je als vreemdeling verwelkomd wordt.
Op de brug tussen Nederlands en Belgisch Limburg staat de tekst: ‘Twee Limburgen, een volk’. Ik geloof ook dat ze meer met elkaar gemeen hebben dan met de Groningers of Brabanders (waar mijn ouders vandaan komen), laat staan Amsterdammers of Rotterdammers. Voor een aantal Nederlands Limburgers hadden ze beter bij Belgie gehoord of zelfs bij Duitsland. Of Belgisch Limburg bij Nederland. Maar dan hadden andere mensen zich weer minder thuis gevoeld in eigen land.
Bij de eerste koffie stop in Belgie ontmoet ik Naoufel en Dikra, nog geen 10 jaar oud en vol met vragen. Wat er allemaal in mijn rugzak zit, of ik de hele wereld rondreis, of ik dan geen auto heb? Ze vertellen van hun nieuwe huis hier in de straat en van de grote reis naar Marokko die wel drie dagen duurde. Twee dagen zegt mama en ze hebben ook nog in Den Bosch gewoond. Naoufel wijst me nog even de weg naar de winkels. Ik weet niet wat ik deze mooie kinderen toe moet wensen als t gaat over je thuis voelen. Dat ze met n (Belgisch) Limburgse (mogen) trouwen? Dat ze zich thuis gaan voelen in Nederland, Belgie, Limburg? Dat ze zich verbinden met hun Marokkaanse wortels of juist niet?
Of dat ze later de hele wereld rond gaan reizen met eigen auto of rugzak.