Een overleden vriend bezoeken
Ik had Betsch leren kennen in mijn eerste jaar op de theaterschool. We gingen de zomer na dat eerste jaar bergwandelingen maken in Zwitserland, het land waar hij vandaan kwam. We maakten prachtige tochten, een oude smokkelaarsroute over een pas tussen Italiƫ en Zwitserland, een tocht naar de gletsjer van Morterratsch, waar we voordat we de gletsjer bereikten moesten omkeren doordat het weer omsloeg. Betsch was heel goed getraind, hij leefde supergezond. Betsch had leukemie. Misschien dat hij daarom zo leefde; biologisch eten, geen alcohol, geen vlees. De bloedkanker leek ook onder controle. Een paar weken na onze bergwandelingen ging het echter mis. De bloedkanker verhevigde en mijn vriend Betsch zou zeker sterven. De wijze waarop hij daarmee omging was voor mij indrukwekkend. Hoewel ik er ook voor hem wilde zijn, was het vooral zo dat hij mij veel gaf. Betsch overleed na een paar maanden ziekbed. Vanaf die tijd was hij bij me als ik in de bergen liep. In gedachten sprak ik met hem en hij luisterde en sprak soms terug. In de loop van de jaren verminderden mijn herinneringen en gedachten aan mijn vriend Betsch. Een paar jaar terug had ik het moeilijk met mezelf en ging ik wandelen in de bergen, alleen. Ik zat in het grensgebied van Italiƫ en Zwitserland, zat kaarten te bekijken van het gebied en zag daarop de gletsjer van Morterratsch.
Ik heb een kleine pelgrimage gemaakt, het weer bleef goed en bij de gletsjer van Morterratsch heb ik mijn oude vriend Betsch begroet.