Op weg naar Nuria heb ik de coll d´Eyne genomen, ik had me voorgenomen een paar 100 meter onder de pas te slapen om de volgende ochtend bij zonsopkomst op de pas te zijn. Op weg daar naartoe kwam ik deze 4 sportieve hollandse meiden tegen:
2x Roos, Anouk en Tara
in de vallei op 2300 meter hadden we nog meer gezelschap
Ik mocht mee-eten; chili con carne
maanlicht
afscheidsfoto
bij het opstaan
de pas, 2650 m.
vallei van Nuria
al maanden raap ik onderweg veren op, ze staan even op de pas en sommigen zijn meteen al naar beneden gewaaid
ik groet jullie bij zonsopkomst
daarna als extraatje door naar de Pic Noufonts op 2860 meter, maar daarvan geen foto´s want de batterij van mijn fototoestel was leeg
de kerk van Nuria, met boven het altaar de kapel met de zwarte Madonna
een voor een langs de Madonna
weer een zwarte Madonna die niet echt zwart is maar door iedereen toch zwart genoemd wordt
nog een Madonna, nu met wensbriefjes
Een briefje schrijven is een manier om je wens kenbaar te maken maar je kunt ook je hoofd onder een klok leggen en dan de klok laten luiden om een wens in vervulling te laten gaan. De vrouwe van Nuria is vooral goed met migraine, het weer en natuurlijk vruchtbaarheid. Het was er druk; zwangere vrouwen die kwamen bedanken, niet zwangere vrouwen die getroost werden door hun man en een doop van een meisje dat Nuria heet. het schijnt dat Nuria de op een na populairste meisjesnaam in Catalonunya is. De populairste is Montserrat. Ik heb twee dagen geleden een Montse leren kennen toen ik wasmiddel leende op een camping en voor haar is Montserrat ook inderdaad haar berg. (Hieronder zou ik de foto plaatsen van Montserrat, haar man Xavi, haar moeder en andere familie, maar het foto´s opladen wil niet lukken in deze bibliotheek. Het bijwerken van google maps ook niet daarvoor is de computer te traag.)
Nuria is verder ook een beetje een pretpark, ook daarvan volgt nog een foto, wat ik wel heb is deze, op het gras, voor il santuario:
In Montsegur, niet te verwarren met Montserrat, hoopte ik een relatief onbekende zwarte Madonna te treffen in de kerk daar. Montsegur kende ik al, omdat ik er ooit met mijn lief en de jongens geweest was. Het is een toeristenplaatsje dat beroemd is onder esoterische zoekers omdat de catharen zich hier ophielden in de hoop beschermd te blijven tegen de inquisitie die hen bestreed.
De burcht op de foto hiernaast werd zowat een jaar belegerd totdat de tempeliers die de catharen beschermden verslagen werden. Daarna zijn aan de voet van de helling naar de burcht een paar honderd catharen die zich niet wilden bekeren levend verbrand door de inquisitie. Niet dat dit nu zo belangrijk is voor mijn verhaal, (behalve dan dat volgens een van de theorieen juist de catharen er zwarte Madonna’s op na hielden, maar daarover later meer), maar juist om het punt te maken dat geschiedschrijvers, geschiedzoekers en toeristen zich vooral richten op de gevechten, de strijd om de macht en nauwelijks op de stijl van leven, de spiritualiteit waar de catharen toch zo bijzonder in waren. Zo ook in Montsegur, een plaatsje dat leeft van toerisme.
Ziehier de kerk van Montsegur, waar we mooi vroeg in de morgen aankwamen, met op de deur een briefje.
Dat is een hoopvol briefje, op naar Anne-Mie.
Anne-Mie doet ook de camping, maar is er niet, haar man is er wel, maar die doet het museum, en moet daar zo naar toe. Volgens hem hebben ze ook een sleutel bij de Mairie.
De Mairie is open, maar de dame van dienst laat weten geen tijd te hebben om de kerk te openen voor toeristen.
Op naar het museum, waar de man van Anne-Mie inmiddels is. In het museum alle info over de strijd om het kasteel zo’n 700 jaar terug, niks over de kerk. De man van Anne-Mie denkt dat er misschien wel een zwarte Madonna is in de kerk en is bereid in zijn lunchpauze, om kwart voor 2 even de kerk voor ons te openen. Dat is lastig kiezen, we hebben nog een forse etappe te gaan vandaag, hier blijven is een rare keuze want we hebben gister al een halve pauzedag genomen. Ik besluit dat we verder lopen zonder de kerk te zien, jammer, maar hoop nog eens terug te keren.
Lang niet alle catharen zijn verbrand, veel van hen zijn gevlucht, dieper de bergen in, richting Spanje. Volgens een theorie over de zwarte Madonna’s waren het catharen die er zwarte Madonnabeelden op nahielden, met een alternatieve cultus, los van de kerk van Rome. Het is goed mogelijk dat zij de beeldjes hebben meegenomen, en in sommige gevallen begraven.
In de vallei van de Cerdanya, half Frans maar eigenlijk Catalaans, zijn veel plekken waar ooit zwarte Madonna’s huisden of waar ze nog steeds verblijven. Dorres, Puigcerda, Hix, Err, Llo, Eynes, Font Romeu, allemaal binnen een straal van ruim 20 km. De meeste plekken hebben geen zwart Madonnabeeldje meer, maar een paar nog wel.
Het is echter niet eenvoudig de kerkjes te bezoeken, zeker niet als je alles te voet wilt doen. Toen ik de hoge bergen over was en ik eind van de dinsdagmiddag in Dorres aankwam las ik op een briefje dat vrijdagochtend de kerk om 11 uur een half uurtje te bezichtigen zou zijn. De dame die het familiehotel bestiert had geen beter nieuws te brengen. Doorgelopen naar Bourg-Madame, tussen Puigcerda en Hix. Volgende ochtend eerst naar Puigcerda, kerk dicht, logisch, het is nog geen 8 uur. Ik spreek een vrouw aan die langs wandelt. De kerk gaat wel open, om 10 uur of zo. Maar er is geen zwarte Madonna in deze kerk. Er is wel een mis nu in de ziekenhuiskapel iets verderop. Ik loop even die kant op. Echt ziekenhuis, toch maar weer terug naar Dominicanerkerk. Ik vraag meisje dat de ramen van de slager aan het wassen is. Ja de kerk gaat open om een uur of 9. Zwarte Madonna? Misschien. Geen internetcafe in de buurt om even te checken met de website van Ella Rozet. Mijn lief gebeld. Ja het moest de kerk zijn van het voormalige Dominicaner klooster. Meteen ook even de info gecheckt van Font Romeu, Err en Hix. Op dat moment komt de priester aangewandeld met de sleutel. De kerk gaat open, en er is inderdaad een Madonna die er zwart uitziet.
Bijzonder deze, want borstvoedend. Ik vraag de oude dame die de kerk verzorgt om een stempel, en even later loop ik met de priester naar zijn huis even verderop in het stadje. Ik krijg een mooie stempel in mijn carnet, dat is een hobby die ik heb overgenomen van de Compostella-gangers. Ik verzamel stempels van plaatsen waar zwarte Madonna’s huizen of gehuisd hebben. Terug in de kerk maak ik foto’s van het Madonna-beeld. Als ik de flits gebruik blijkt de Madonna niet zwart, eerder glimmend brons.
Toch lijken de handen en gezichten met opzet donkerder gemaakt dan de gedeeltes van kleding en stoel. Het schijnt een moderne opvolger te zijn van een oorspronkelijke zwarte Madonna.
Na mijn eerste spaanse cortado wandel ik terug naar Bourg-Madame, waar ik de dame van de toeristinfo bevraag op mogelijkheden om de kerken te bezoeken. Zij weet alleen maar iets van de twee kerken in haar gemeente; die van Hix is eind van de middag te bezoeken. Dat past niet in mijn programma, als ik alles te voet wil doen. Ik besluit Hix te schrappen, de zwarte Madonna die daar ooit gehuisd heeft zou nu toch in Spanje zijn. Die middag wandel ik naar Err, Llo, Eynes en Odeillo. Alleen de kerk in Err is open. Deze Madonna is ooit zwart geweest, maar gerestaureerd.
Wat nog bijzonder is van Err is dat er twee oude kerken vlak naast elkaar liggen, hieronder t zicht van achter het dorpje.
In Llo is de kerk gewoon dicht. Wel een paar fraaie versiersels boven de deur:
In Eynes is er een berichtje dat de kerk op vrijdagavond te bezoeken is. Bij de gite van de Presbyterie geen sleutel. In Eynes is wel het Maison du Vallee open, maar ook daar geen sleutel. Ik vraag het meisje naar het rood-gele pad, waarvan ik vermoed dat het naar Font-Romeu gaat. Zij weet van niets blijkt een uur later, als ik me weer eens een weg moet banen langs een beboste helling om de goede kant op te geraken. Ik doe het niet vaak, maar vandaag vervloek ik de meisjes en dames die toersten mogen helpen maar zelf niks weten. Het is al laat als ik in Odeillo aankom, het plaatsje waar de Madonna van Font Romeu ‘s winters huist. Om haar te bezoeken zou ik nog een paar honderd meter moeten klimmen. Ik besluit door te lopen en liften naar Dorres, volgens mijn eigen regels mag ik wel een stukje met de auto, als ik het traject al gelopen heb, en Dorres heb ik al te voet bereikt. Ik krijg een lift van nog geen kilometer; de man gaat naar Barcelona, ik ook, maar niet nu meteen met de auto. Wel ben ik dankzij de lift om 5 voor 8 bij de supermarkt, net op tijd voor mijn avondeten; gazpacho en groentechips. Net voor donker bereik ik Dorres en de dame van het hotel verwelkomt me en heeft nog een kamer vrij.
Vanuit het hotel is het oorspronkelijke huis van de Madonna van Dorres te zien; de heuvel van Bel Loc, wat mooie plek betekent.
Ik ben vroeg op en wandel naar boven.
Inderdaad een prachtige plek, en deze kerk is gewoon open.
Ik heb geen kaarsje meegenomen, maar schrijf een berichtje in het boek. Terug in het dorp heb ik nog tijd om te relaxen in de Romeinse baden en om kwart voor post ik bij de kerk. Met mij een oude man en zijn zoon, die zenuwachtig heen en weer lopen. Om iets over 11 komt een dame de kerk openen.
De oude man en zijn zoon stormen naar binnen, naar een Madonna, niet de zwarte. Het is duidelijk dat dit beeld voor hen heel bijzonder is. Later help ik hen een foto te maken met het mobieltje van de oude man. Uit hun uitleg maak ik op dat de oude man, of zijn zieke vrouw, een ontmoeting heeft gehad of innerlijk beeld heeft gehad van het beeld dat ik voor hem fotografeer.
Ik op mijn beurt ben teleurgesteld dat het beeld boven het altaar weer ingepakt is in zo’n lelijk jurkje. Het lijkt veel minder mooi dan eerder gezien op foto. Nadat ik een stuk of wat foto’s gemaakt heb kom ik er achter dat het echte beeld in de zijkapel huist, en dat er een kopie met jurken is aangekleed. Het echte beeld is inderdaad heel mooi, mooier nog dan de foto’s die ik gezien had.
Een sereen, bijna oosterse uitdrukking op het gezicht van de Madonna, die bij nader kijken man en vrouw tegelijk lijkt te zijn. De zegenende handen, van zowel Madonna als kind zijn wonderlijk groot. Terug in het hotel kan ik de dame van het hotel melden dat het zeer de moeite waard was om terug te komen.
In de middag heb ik de tijd om de zwarte Madonna van Font Romeu te bezoeken aangezien mijn plannetje om alvast bivak te maken op weg naar de Madonna van Nuria niet doorgaat vanwege aangekondigde onweersbuien. Dit zal de hoogste oversteek worden van mijn tocht en het is niet fijn boven 2500 meter te zijn als het daar spookt. Op naar de Ermitage van Font Romeu dus, haar zomerverblijf. Net als de Madonna van Vassiviere is er hier een traditie met processie waarbij de Madonna aan het begin van de zomer omhoog gaat en aan het eind van de zomer weer omlaag.
De Madonna van Font Romeu is absoluut niet zwart maar wordt net als die van Orcival door de mensen uit de streek wel zwart genoemd. Fraai zijn de vele ex voto’s, geschilderde bedankjes aan de Madonna.
Font romeu is echter een vreselijk skioord, goed voor een internetcafe, maar niet om te blijven, en volgens mijn regel van alles te voet mag ik nu gerust met het gele treintje dat ik al een paar dagen door de vallei heb zien rijden.
Een van de mooiste dingen van een wandeltocht als deze is dat je je langzaam door het veranderende landschap beweegt, dat je ziet waar je straks, over een dag, twee dagen naar toe gaat, of dat je ziet waar je n paar dagen geleden nog was. Dat beleef je pas echt met bergen, en nog het meest met gebergte dat op zich staat, omringt door relatief lagere gebieden.
Mijn hart sprong op toen ik vanaf de heuvels boven Moulins voor het eerst de contouren van het gebergte van het Massif Central zag. Mijn hoofd vergat me een seintje te geven even een foto te maken. Iets wat wel vaker gebeurt deze trip, wat ik later betreur maar wat op het moment zelf eigenlijk wel zo prettig is. Twee dagen later dacht ik er wel aan een foto te maken:
Dat grijze zijn de contouren van het vulkaangebergte van de Auvergne, foto’s gemaakt op 3 juli.
Op 4 juli kon ik, met zoom, de bergen al veel dichter bij vastleggen. Die grote bult dat is de Puy De Dome, beroemde berg uit de Auvergne, die ik niet zou gaan beklimmen, maar wel veel zou gaan zien de komende dagen.
Omdat ik een stempel kwam vragen bij de beheerder van de kathedraal van Clermont Ferrand mocht ik (op 6 juli) de toren beklimmen. Van daaruit dit geweldige zicht op de reeks Puys vlakbij. De Puy de Dome torent uit boven Clermont Ferrand, op de top was in de oudheid een tempel van Appollo te vinden. Ik hoefde daar niet naartoe, ik werd geroepen door de grote zus van deze markante berg, de bergketen die Mont Dore heet, nu nog aan het zicht onttrokken, maar in verhalenverbonden met de zwarte Madonna’s.
Volgens de Auvergni zouden er vier zwarte zusters zijn geweest die de weg vroegen naar Mont Dore, een ervan zou ik later samen met mijn gast Jaap bezoeken; de madonna van Vassiviere die haar heilige berg al lang geleden gevonden heeft, maar haar ieder jaar opnieuw vindt. Ze verblijft gedurende herfst, winder en lente in het dal in Besse, om bij het begin van de zomer met een processie naar boven gedragen te worden. Daar op de flanken van de Mont Dore, in het kerkje van Vassiviere, is zij pas echt thuis.
Vandaar dat de Mont Dore op mijn pelgrims-programma stond, maar ik had eerst nog de flanken van de Puy de Dome te passeren en wat andere kerkjes te bezoeken.
Op 8 juli ging het verder naar Orcival.
Achter dit kapelletje met bron ligt de Puy de Dome weer,
hieronder duidelijk zichtbaar met een hedendaags Apollo gedenkteken:
en even later had ik mooi zicht op de hete vlakte, die nu alweer ver weg lijkt, waarvan ik me vooral herinner dat ik druk om mij heen sloeg naar al die steekvliegen.
Dit is een van de toppen van het Mont Dore gebergte, doordat ik behalve Orcival ook St Nectaire en Ronzieres wilde bezoeken kwam ik oostelijk van de Mont Dore terecht, ook hier heb ik nog een flinke zoom gebruikt. Zoals je ziet geen Appollotekens op deze Mont Dore top.
Op 11 juli mooi zicht op bijna de hele rug van Mont Dore, ook met zoom.
12 juli, poseren voor de bergen, al op zeker 1000 meter hoogte
13 juli, lopen over de kam, met nog een beetje sneeuw op de achtergrond
aan de rand van dat meer beneden zag ik die terecht verloren finale waarin het Nederlands elftal vreselijk grof speelde
nog een keer de Puy de Dome, maar nu vanaf zijn grote zus de Mont Dore -keten
een dag later, 14 juli, nu een foto vanaf de westkant van het gebergte,
ik ben die dag flink nat geregend
17 juli, nog een laatste keer het Mont Dore gebergte
tot ik zou afdalen richting Treignac en weer andere landschappen mocht ontdekken
“Ken jij iemand die Groen Links Meppel zou willen versterken?” vroeg ik Jan de Groot van Natuurwinkel Meppel nog niet zo lang geleden. “Nee, dat geloof ik niet. Of is het wat voor jou Mark?”. En van het één kwam het ander.
Mark en ik ontdekten meer gemeen te hebben dan engagement voor Groen Links. Eerst bleken we beiden ZZP-er, toen bleken onze echtgenotes elkaar te kennen. En toen we elkaar over andere dingen gingen spreken hoorde ik dat Mark een pelgrimstocht ging maken langs Zwarte Madonna’s. Als onderdeel van de verwerking van zijn ongewenste kinderloosheid. Een omstandigheid die we delen. En dat Mark daarbij mensen die dat willen uitnodigt een stukje samen te lopen. Dat lijkt me een bijzondere ervaring.
Als mijn agenda ruimte heeft is Mark al in Zuid Frankrijk aangeland. Het is zo, de ene voet voor de ander en dat lang genoeg brengt je overal. Maar als ik al die afstand langs mijn treinraampje zie vliegen krijg ik er nog meer respect voor dan bij het bekijken van de kaart.
Ik zie tamelijk vlak boerenland, afwisselend met maïs, koren en zonnebloemen. En ik weet dat als ik me bij Mark voeg de bergen vlak bij zijn. Ik hou erg van de bergen, maar het is ook wel spannend. Normaal fiets ik er, zou mijn rug de bepakking goed kunnen dragen?
TGV wordt sneltrein, wordt boemel en tenslotte een taxi vanaf Issoire naar Montaigut le Blanc. Ik sta afscheid te nemen van een taxigenote als er een kale tanige man in een slobbershirt me komt verwelkomen. De start van 3 mooie dagen samen wandelen, praten, zwijgen, eten en tent delen. Mark maakt er werk van om zijn gasten te ontvangen. Het bier ligt koel te wachten, en hij heeft een mooie route uitgestippeld. Het is voor mij nieuw om met bepakking een meerdaagse tocht te lopen en krijg een keurige opbouw in zwaarte voorgeschoteld. Waarschijnlijk is samen een route afleggen de mooiste manier om met elkaar in gesprek te zijn. We wisselen persoonlijke gesprekken af met eenvoudige observaties en stukken zwijgen. In de loop van de 3 dagen leren we veel over elkaars leven.
De eerste dag merk ik gelijk hoe vanzelfsprekend Mark zich hier beweegt. In Farge is het kerkje dat hij wel van binnen zou willen zien op slot. Terwijl ik op de stoep wacht wandelt Mark het dorpje in, en komt 10 minuten later ontspannen babbelend terug met een vrouw die de kerk opent, het betreurt dat haar man net weg is want die kan veel meer vertellen, en ons tot slot een verfrissing aanbiedt. Weer ‘en route’ vertelt Mark dat dit een aardig beeld is van dergelijke situaties onderweg. We heuvelen verder door de Auvergne en ik krijg uitleg over de verschillende kazen. De hedendaagse pelgrim hoeft zich de geneugten des levens niet te ontzeggen.
In St. Nectaire is het zondagsmarkt. Na een bezoek aan de kerk genieten we de lunch tegen de muur daarvan met worstjes van de braderie, oud brood, meloen met gerookte ham (die sinds Clermont Ferrand in Mark’s rugzak zit) en kersen toe. Maar misschien wordt de lengte van deze etappe niet alleen bepaald door onzekerheid over mijn draagvermogen, maar ook door de noodzaak tijdig een camping te bereiken met in de omgeving een goede gelegenheid voor ‘le match’. We komen op een camping met niet alleen een groot scherm, maar ook nog aan een meer. Mijn zwembroek ligt thuis, maar geen nood, Mark leent mij zijn pasgewassen shorts, die met een riem aardig om mijn middel blijft hangen en we spoelen met een duik het zweet van de dag af.
Ondanks de enthousiaste support van de serveerster van het campingrestaurant zien we Nederland in de verlenging onderuit gaan. Terecht volgens Mark, die – waar ik amper namen van de Nederlandse spelers kan opnoemen – moeiteloos weet te melden welke Spanjaard waarin uitblinkt. Ook hier vertoont de pelgrim verrassend wereldse trekjes.
De volgende dag is de lucht iets betrokken, later zullen we zelfs een klein buitje krijgen. We zetten onze wandeling en onze gesprekken voort. In de verte worden hoge bergen zichtbaar, Mark vertelt dat we daar overheen gaan lopen. Ik merk hoe lastig ik het vind om afstanden in te schatten, normaal fiets ik, en dan weet ik goed hoe ver die bergen zijn. Maar lopend? Het lijkt mij erg ver.
In de klim naar Vassivière staat in elke bocht een kruis met een tekst uit het Nieuwe Testament. Eerst dacht Mark dat het een statieënweg was, maar het lukt niet om een lijn in de teksten te ontdekken. Bovendien zegt Mark “maakt dit geen deel uit van mijn pelgrimage”. Het maakt indruk dat hij zo helder het onderscheid voelt. Het bezoek aan het kerkje van Vassivière is bijzonder. We zijn een tijdje binnen, en Mark is in gesprek met de Zwarte Madonna en zichzelf als een in het wit geklede priester start met het opdragen van een mis. In een repeterend ritme wordt de Madonna om gebed en zegen gevraagd. De priester bidt, een paar gelovigen achter ons antwoorden. Deze entourage, het gedeelde thema van ongewenste kinderloosheid en Mark’s pelgrimage hierover maken het een ontroerende ervaring.
De vrouw die blijkbaar de huishoudelijke leiding heeft bij het kerkje wijst ons een prachtig kampeerplekje in een kom bij een naastgelegen kapelletje. Terwijl wij een potje koken op Mark zijn houtfornuisje eten onze echtgenotes ook samen en stemmen sms-berichten af.
De volgende morgen is de bewolking helemaal weg, we ontwaken in een heldere frisse ochtendlucht. Mooie omstandigheden voor een tocht over de bergen.
Deze dag heeft ons samenzijn een ander karakter. We genieten volop van het schitterende landschap. Weidse vergezichten over het dal beneden ons en de weg die voor of achter ons ligt. Dubbel genieten voor mij, omdat ik bij het lopen geheel geen hinder voel van de bepakking.
Het is stevig klimmen over een open landschap naar de Col de la Couhay. Onderweg kunnen we in de diepte het kerkje van Vassivière zien liggen. Een stier houdt ons scherp in de gaten als we een foto van het kerkje willen maken. Pas als hij merkt dat we niet meer van zins zijn ontspant hij. Mijn ervaring is trekken per fiets, van het trekken te voet heeft Mark meer kaas gegeten. Omdat we voor de omweg kiezen hebben we niet genoeg water mee kunnen nemen. Met een keramisch filter worden de inmiddels lege flessen vanuit een bergstroompje weer gevuld, en kunnen we verder. Onderweg was Mark al attent geweest op de hoogte waar nog stromend water te vinden was. En vooraf had hij de route op de kaart goed voorbereid op stroompjes die in deze tijd zeker water zouden bevatten. Op de fiets zul je dat in Europa niet snel hoeven doen. We lopen eigenlijk in een wijde boog om Mont Dore heen, waardoor we tussen een paar passen door steeds lang op ongeveer gelijke hoogte kunnen blijven. Op het eerste deel van de dag schiet er plots een ree over ons pad. Verderop wordt het nog mooier. Als een rondcirkelende roofvogel uit de verte ineens recht op ons toe vliegt zien we het een adelaar is! Hij vliegt redelijk vlak over en blijft in de buurt rondvliegen. Meer voegen zich erbij, en op een goed moment tellen we 8 rondcirkelende adelaars. Ze zijn inmiddels wel weer behoorlijk ver weg, maar in hun vlucht is nog het koninklijke gemak te zien waarmee ze zich laten dragen. [Mark: voor als één van je foto’s van de adelaar(s) gelukt is heb ik nog een mooi plekje bewaard om die toe te voegen!]
Mark zegt: ‘Hier is een van de adelaars, en die ree in jouw verhaal was in mijn beleving een chamoix, zo’n berggeit en volgens dat Franse stel was het een vrouwtje. Het was een lange wandeldag en pas tegen zessen als we Mont Dore binnenlopen. Bij het station wacht ons een vervelende verrassing: de bus die ik morgenochtend naar Clermont Ferrand wilde nemen gaat niet vanwege de nationale feestdag op 14 juli. De enige manier om daar nog te komen is over 1,5 uur een taxi nemen naar Laqueuille om van daar door te reizen. In plaats van een afsluitende avond en nog een overnachting in de tent pakken we nog een biertje en wisselen de spullen uit die ik voor Mark meenam, en die hij mij mee terug wil geven.
Een wat abrupt einde van 3 bijzondere dagen. Met deze pelgrimage en de uitnodiging aan mensen een stuk(je) mee te lopen schenkt Mark zichzelf en die omgeving een bijzondere ervaring. Ik voel me dankbaar hierin te mogen delen.
Deze bladzijden uit het boek van Ean Begg had ik al tig keer bekeken, het vierkantje in het midden van de linkerpagina staat op de rechterpagina. Zoals je ziet is dit gebied vol van plaatsen waar zwarte madonna’s vereerd worden of werden en daar ben ik nu aanbeland.
Het meest noordelijk in de Auvergne ligt Moulins waar een klassieke zwarte Madonna, zittend met kind op schoot te vinden is. Ze is te bezichtigen in de kathedraal, maar niet vrij, ze staat tegenover een beroemd triptiek van de annunciatie, waar je als tourist alleen onder begeleiding naar toe mag. Je moet er luisteren naar ingesproken uitleg over de triptiek, en een kaarsje opsteken of een foto maken is er ook niet bij. Ze is wel heel mooi gaaf geblevenen zonder opsmuk en gouden gewaden. Hier een foto van de ansichtkaart die de zwarte priester me gaf als aanmoediging voor mijn pelgrimage.
Wat me verteld werd is het beeld gemaakt van kersenhout (wilde kers) en is er in de middeleeuwen al een harslaag over het hout aangebracht toen dat door de houtworm aangetast werd. Het is dus mogelijk dat deze Madonna oorspronkelijk niet als zwart bedoeld was maar meer zoals deze op de foto hieronder.
De volgende zwarte Madonna moest in Cusset zijn waar ik na een hete en zware ochtend wandelen aankwam, eerst een repas de jour bij de bar aan de markt. Toen ik de waard vroeg of er nog steeds een zwarte Madonna in de kerk te vinden was, moest hij me bekennen dat hij dat niet wist, alhoewel de kerk maar 50 meter achter zijn bar lag. Hij wist wel te vertellen dat ie open was. Dat zou al heel fijn zijn;
de meeste kleine kerken in Frankrijk zijn gesloten en ik had net een alarmerend artikel gelezen in de regionale krant dat er heel veel uit de kerken gestolen werd en er daardoor steeds meer zwarte Madonna’s niet meer te bezichtigen waren.
De kerk van Cusset was open en daar is deze zwarte Madonna te bezichtigen. Ook hier zijn hoofd en handen van de Madonna gered uit het vuur tijdens de beeldenstorm en is de rest gereconstrueerd.
Ik was er helemaal alleen;
kon vrij kijken, van heel dichtbij, bijna aanraken, foto’s maken zoals deze:
Notre Dame de Cusset
Het volgende zwarte beeld was een paar km verder te vinden in Vichy. Vichy is een mondain kuuroord met genezende baden en de zwarte Madonna daar heeft zich dan ook gespecialiseerd in genezingen. Ze is daarmee opvolgster van de godinnen Isis, Cybele en Venus die hier in de voor Christelijke tijd aanbeden werden. Ze is te zien in de kerk van St Blaise, maar echt zien kun je haar nauwelijks, omdat ze zo ver weg is. Dat geeft ook niet, t’is niet het mooiste beeld; er is geen kind en alleen het hoofd is origineel, gered van de beeldenstorm tijdens de revolutie zoals wel vaker gebeurd is.
Notre Dame des Malades (Vichy)
De volgende zwarte madonna is die van Thuret, in een prachtig klein kerkje waar je stil van werd, waar de stilte zelfs niet verstoord werd door de twee kletsende dames die de kaarsen en bloemen kwamen verzorgen. Een kerkje dat ook een constante stroom van bezoekers had, die even kwamen kijken, bidden, kaarsjes opsteken. Het vreemde was dat vrijwel niemand oog had voor de zwarte Madonna, die de Madonna van de Kruistochten heet. Ze staat op een pilaar links voor het altaar, maar alle aandacht ging naar de recente Franse heilige St Bénilde en meer recente Maria-beelden van Fatima en Lourdes.
Toch staat ze daar goed. Ze lijkt te zeggen dat ze niet voor niets een zwart beeld is; zichtbaar voor wie haar wil zien maar vooral verwijzend naar het niet zichtbare.
Vierge des Crusades (Thurat)
Dit wonderlijke Christus ? beeld is te zien boven de ingang van de kerk in Thuret
15 km verder is de zwarte Madonna van Marthuret te vinden in Riom
Alhoewel je hier vrij dichtbij kunt komen is het ook hier moeilijk om een goed beeld te krijgen, vooral als gevolg van de slechte belichting. Zou het bedoeld zijn dat ze zo in het donker zit? Kijkt ze nou streng of somber, en zijn haar ogen trouwens wel open?
Met behulp van de fotoflits komt er beter beeld:
Zoals je ziet is er veel meer kleur in de kleding dan op het eerste gezicht lijkt. Handen en gezicht zijn opzettelijk zwart gemaakt, de geblakerd door kaarsen theorie is hier zeker niet van toepassing. Ik vind haar gezicht milder, meer ingetogen dan in het donker lijkt. Wat me ook opvalt zijn de handen, de armen zijn om het kind heen maar de handen zijn vrij, open naar de wereld. Achter haar kun je zien hoe ze is beveiligd tegen diefstal door boze lieden uit de wereld; met een ijzeren staaf die in de muur is gemetseld.
De volgende zwarte Madonna die ik te voet bereikte is die van Marsat. Zij staat bekend als een van de gaafste originele zwarte Madonna’s en ze is dan ook achter een hekwerk beschermd tegen dieven. Wel kun je er een kaarsje opsteken, voor het hekwerk weliswaar, maar toch.
Notre Dame de Marsat
Op weg naar Clermont Ferrand kwam ik nog langs de Notre dame du Vignal in Gerzat. Een heel klein beeldje, een kopie van een al meer dan 30 jaar geleden gestolen beeldje.
Notre Dame du Vignal (Gerzat)
In Clermont Ferrand zelf zouden wel 4 zwarte Madonna’s te bezichtigen zijn, maar ook hier is het niet eenvoudig ze goed in beeld te krijgen.
De buitenwijk kerk in Neyrat met 17e eeuws zw M is gesloten,
De zw Madonna in het museum, naar de beroemde van Puy, is op zich goed te zien maar komt moeilijk op foto want achter glas.
Die in de kathedraal, die lijkt op die van Marsat, staat vrij ver in een kapel, en foto’s maken mag niet, geen kaarsjes ook hier, afstand tot deze dame, die ook wel de Dame van de goede dood genoemd wordt. Zij is van de 12 e eeuw maar heeft pas in 1830 dit goud en zwart en beetje wit om de ogen gekregen alhoewel ze waarschijnlijk wel al donker was voor die tijd.
Notre Dame de Clermont Ferrand
De Notre Dame du Port spreekt echter heel erg aan.
Het huis waar zij woont is een fijnzinnig monument en de plek waar zij daarin verblijft magisch;
in de crypte is zij in de aarde en heeft zij een bron tot haar beschikking.
Het beeldje is nauwelijks te zien, klein en in het donker, maar hier stoort me dat niets.
Rust maar uit lijkt de plek te zeggen.
En dat gaat daar ook, ondanks het lawaai van de vochtregulatiemachine en de restaurateurs die buiten de kerk bezig zijn. Ik kwam er aan het eind van een lange dag wandelen en ging nog eens kijken vroeg in de morgen; de boodschap blijft hetzelfde; ‘Rust maar uit, ………., hou maar even op met dragen, vragen, ……., rust maar uit ….’
posted under zwarte madonna's | Comments Off on Auvergni, home of the Black Madonna’s
Uit een telefoontje met mijn lief begreep ik dat meer mensen mijn blog volgen dan ik zelf had gedacht. Vandaar nu aan ieder die meeleest een hartelijke groet van bij de koffie in Orleans, beetje of we effe samen een bakkie doen.
Daarnaast ben ik zo vrij geweest om een kaarsje op te steken voor alle volgers van het blog, dus ook voor overtuigde atheisten zoals Frank en mijn vader. Zie het maar als oud taalgebruik om goede wensen kenbaar te maken.
Het kaarsje is opgestoken bij de Notre-Dame des Miracles, die al meer dan 14 eeuwen wordt aanbeden in Orleans. Zij staat bekend om de vele wonderen die zij verricht heeft, dus voor de overtuigde gelovigen onder jullie, als er vandaag of morgen een klein mirakel plaatsvindt in je leven dan weet je dat je de Notre-Dame de Miracles de Orleans kunt bedanken.
Orleans is trouwens een fijne stad; prettig centrum en vooral aardige en open mensen; man stopt om lift te geven, twee blink blink binken stoppen hun blink-auto om te vragen vanwaar ik wel gewandeld kom en geven volle complimenten voor mijn tocht, vrouw van theater Tete noir denkt mee waar te overnachten en zo door..
44 dagen heb ik erover gedaan naar Chartres te lopen, mooi getal zegt mijn lief, heb je t erom gedaan?, nee dat heb ik niet, maar ben wel de laatste dagen meer bezig geweest met het doel dan met de weg,
niet zoals op het steen bij St Jost in de Eiffel, de pelgrimsgedachte dat de weg het doel is, maar kilometers maken, doorstappen, op weg naar Chartres, mijn belangrijkste doel nu.
Een samenballing van energie, van gedachten, gevoelens, emoties, allemaal rond het thema van het kind dat zich aankondigde maar toch niet kwam. Het begon in Chartres meer dan 10 jaar geleden. Voor die tijd wist ik niet van die diepe wens, van vader worden, een gezin stichten met mijn lief, wij samen en nog een wezen dat zich bij ons aan zou sluiten. Voor ik de wens had was het leven anders en sinds duidelijk is dat de wens niet in vervulling gaat heb ik op die plek slechts te rouwen. Maar rouwen ken ik niet, weet ik niet, behalve lopen dan.
het labyrinth van Chartres
Ik stap de kathedraal binnen, ik loop naar waar ik nog weet dat het labyrinth is, ga zitten op de stoelen, mijn rugzak naast me. Emoties ben ik wel gewend, die mogen gewoon de vrije loop, maar zo’n gevoel dat ik in een labyrinth gevangen zit, en de uitweg niet vinden kan, dat is veel moeilijker te dragen. De stoelenrijen staan op het labyrinth, het is ook moeilijk te zien van waaruit ik zit, hoe het loopt. Ik sta op naar het begin en begin met mijn ogen het labyrinth door te lopen, tussen stoelen door, eromheen, langs mensen die op keerpunten zitten om uiteindelijk in het midden uit te komen. Het gevoel van gevangen zitten is weg, hoe eenvoudig kan het zijn.
Ik loop naar de zwarte Madonna van Chartres, en steek kaarsen op, voor iedere ontmoeting een. Ik ga ze na in gedachten en zit daar op een bankje. Kaarsen vlak bij me. Ik heb een goed gesprek met haar, met mezelf. Ik val tot rust.
Bezoek de volgende dag de crypte met de Notre-Dame-De Sous-Terre. Crypte betekent verborgen, ze is daarmee de Vrouwe die in de aarde verborgen is. Aansluitend op de rondleiding volgt een mis. Bij het hoogtepunt van de mis, het zegenen van brood en wijn, krijgt de priester een kriebelhoest. Hoestend en kuchend werkt hij zich door de teksten heen. Ik kan niet anders dan het grappig vinden. Het lijkt wel alsof de Vrouwe van onder de grond de priester een beetje in z’n keel aan het kietelen is. Dat kan ze met haar ogen dicht.
Hervé had me verteld dat er in een dorpje vlakbij, op mijn route zelfs, een zwarte Madonna was. Hij had me ook een briefje gegeven met de naam van een meneer in Beaufort-en-Argonne, een dorpje 3 km van Halles-sous -les-Cotes waar de zwarte Madonna zou moeten zijn. In Beaufort probeer ik zoals meestal eerst even of de kerk open is. Een boer die met zijn melktank bezig is vraagt me of ik de kerk wil zien. Ik laat hem het briefje zien dat Hervé geschreven heeft. Hij knikt en verwijst me naar de straat om de hoek, het huis met het tuintje. Er blijken meerdere huizen met tuintjes te zijn, maar gelukkig is ook hier iemand op straat. Ik laat hem het briefje zien en de man zegt enigszins verbaasd “C’est moi”; Als ik hem uitleg dat ik langs Vierges Noires naar Montserrat loop nodigt hij me enthousiast uit voor een kop koffie en houdt een uitgebreid interview waarbij hij alles noteert. Ik van mijn kant stel ook vragen en kom te weten dat het kerkje van Halles-sous-les-Cotes gewijd is aan La vierge Noir de Montserrat. Dat is ontstaan in de periode dat dit gebied net als Nederland en Belgie aan Spanje toebehoorde. Monsieur Mayot vertelt nog trots dat de abt van het klooster vorig jaar het kerkje in Halles heeft bezocht. In die hele 400 jaar was dat nooit gebeurd, maar de abt kwam bedanken voor bijstand vanuit Halles tijdens de voor het klooster moeilijke periode in de 20ste eeuw. Monsieur Mayot wil me ook wel even naar de kerk brengen, hij heeft de sleutel en het is niet zeker of hij open is. Ik leg regel 3 uit, dat ik alles te voet doe, en we spreken af dat hij een half uurtje later komt om de kerk komt openen.
Binnen de kerk is een vrijwel identieke kopie van La Moreneta te zien, hij is alleen 5 cm kleiner dan de echte in Montserrat. Monsieur Mayot maakt een foto van mij, ik vermoed voor een artikel in zijn kerkblaadje. Ik maak er een van hem voor mijn blog.
Monsieur Mayot laat me alleen in de kerk achter. Ik zit nog even stil te kijken naar het beeld en vermoed dat ik in Montserrat niet zo ongestoord rustig het beeldje kan bekijken. Ik bedenk ook dat het het me toegevallen is dat Hervé, de tipgever, net langsreed en stopte toen ik daar bij Stenay langs de grote weg liep. Nogmaals dank Hervé.
posted under zwarte madonna's | Comments Off on La vierge de Montserrat en France
Aangekomen in Keulen mijn rugzak achtergelaten in het hostel en meteen doorgelopen naar de zwarte Vrouwe van de Kupfergasse. Terwijl ik rond half zes aankom lopen luiden de klokken. Mooi, dat betekent in ieder geval dat ie open is. Er lopen net meerdere mensen naar binnen, ik volg hen. De kerk is niet vol maar wordt gaandeweg voller. Mensen druppelen binnen. Sommigen gaan rechts voor in de kerk in de zijbeuk een deur door. Ik zet mezelf rechts achter in de zijbeuk. Ik kijk rond, mijn ogen zoeken het zwarte genadebeeld. Niet voorin bij het altaar, ook niet in de zijbeuk. Zou ze in een aparte kapel die deur door rechts te vinden zijn? Ondertussen beginnen de rituelen; voorbeden, gezang, orgelspel, staan, zitten, knielen. Ik probeer mee te lezen in de gebedenboeken, maar het zijn er drie, en de priester noemt weliswaar de kleur en nummers, maar het wordt me niet duidelijk of hij lied- of paginanummers bedoelt. Het gaat zo een tijd door tot het na 3 kwartier stopt. Een paar mensen gaan weg maar de meesten blijven zitten. Ik begin het vermoeden te krijgen dat de mis nu pas gaat beginnen. En ja er komen nog meer mensen binnen en de priester komt opnieuw op met een collega en misdienaar aan zijn zijde. Ik woon de hele mis nog bij, het is eigenlijk wel goed zo lang hier te zijn, te wachten tot ik vrij rond kan kijken op zoek naar het genadebeeld. Het past in ieder geval uitstekend bij regel 10: Neem ruim de tijd bij het bereiken van het doel, ook bij het bereiken van de tussendoelen. Sta er letterlijk bij stil. Uiteindelijk lukt het me 1 keer de juiste tekst bij een lied te vinden, het gaat over Maria die waakt over pelgrims, dat lijkt me uitstekend van toepassing. De mis werkt toe naar het hoogtepunt van de viering, het delen van het heilige brood met elkaar. Zoals altijd ben ik op dit moment buitenstaander, ik ben immers niet gedoopt. Ik heb als kind 1 keer een hostie aangenomen, ik moest wel want ik zat bij het altaar omdat ik vanuit school meedeed met muziek maken voor de mis. Ik vond m heel vies die hostie, en heb m onder het bankje weggemoffeld. Een zware zonde vermoedde ik, sindsdien heb ik nog wel vaker een mis bijgewoond, maar zorgde ik altijd dat ik achterin de kerk zat. Ik zit nu weer achterin, helemaal op de achterste rij, en zie dat het ritueel gemeenschap geeft. Ik heb er een dubbel gevoel bij, iets in me verlangt naar zo’n gemeenschap, maar aan de andere kant ben ik heel blij buitenstaander te zijn en mijn eigen weg te kunnen gaan.
Aan het einde van de mis stromen de mensen naar buiten en zie ik vrijwel bij de ingang, achterin rechts net aan de andere kant dan waar ik zat, een heleboel kaarsen branden. Ik loop ernaartoe en zie nu ook de ruimte met de zwarte Madonna, tussen de beide in en uitgangen, als het ware achter de grote ingangspoort. Ik zat er al die tijd vlakbij, had er zo naar toegekund, maar het is helemaal goed zo. Ze is donker, bijna zwart, ik zit nog een tijdje naar haar te kijken, steek een paar kaarsen op, maak wat foto’s en zit nog even daar. Het is goed zo.
posted under zwarte madonna's | Comments Off on eerste zwarte Madonna
Van 1 mei 2010 tot 1 september 2010 heb ik een pelgrimstocht gelopen. Langs Keulen, Chartres, Rocamadour en Montserrat. Onderweg heb ik veel kerkjes bezocht met zwarte Madonna’s. Gaandeweg gingen die steeds meer voor me betekenen. Ik heb al eens eerder een lange voettocht gemaakt. Destijds, ik was 27, liep ik naar Assisi. Ik liep toen alleen, klopte aan bij mensen voor overnachting. Nu liep ik gedeeltes alleen en gedeeltes samen; met een vriend, een goede collega, een fijne klant. Deze site was vooral bedoeld om de mensen die mee gingen lopen te betrekken en op de hoogte te houden van mijn vorderingen. Nu staat ie vol met verhalen en beelden, en omdat ik niet alleen van lopen hou, maar ook van verhalen en beelden, blijf ik af en toe een blogje posten