Graan, bier en champagne
Route: van Buzancy naar Epernay
Tijdelijke pelgrim: Frank Groenhuis
Technische details: ca. 120km in vier dagen (31 mei t/m 4 juni 2010)
Wie is dat eigenlijk, die Frank Groenhuis?
Mark omschrijft hem terecht als ‘klimvriend’. Na een alpine cursus in 2008 zijn beide mannen regelmatig gezamenlijk op pad geweest. Eigenlijk altijd met een sportklimgebied of de Alpen als bestemming. Soms een paar dagen, soms langer. Ondanks behoorlijke verschillen in karakter en belangstelling is er toch sprake van een duidelijk klik tussen de heren. Het was natuurlijk wel de vraag of deze klik bestand was tegen uitgestrektheid van het Noord-Franse platteland.
Hoe is de tocht verlopen?
Het geheel kende een kil en regenachtig begin en een zomers einde. Ergens in de Franse Ardennen ligt het dorpje Buzancy. Hier troffen de pelgrim en zijn gast elkaar op zondagavond. Het regende pijpenstelen. Het weerzien, de door Mark geregelde huisjes en de door Frank meegebrachte Grappa maakten er toch aangename avond van.
Dag twee kende veel bos en asfalt en bracht de wandelaars naar het stadje Vouziers.
De verschillen in karakter tussen de heren kwam hier tot uiting tijdens de voor hen gebruikelijk schaakpartij: een voorsprong van een pion, door de gast verbeten bevochten, zorgde voor de ondergang op het bord met 64 velden van de zorgeloze, altruïstische pelgrim. Het bier en eten smaakte echter uitstekend. Ook de slaapplaats, in een in die streken inmiddels zeldzaam bosje, een uurtje lopen van Vouziers voldeed aan de normen van het wildkamperen.
Het aloude gezegde ‘dinsdag, asfaltdag’ bleek ook in Frankrijk van toepassing te zijn. Natuurlijk werd er taart gegeten om de eerste pelgrimsmaand te vieren maar het hoogtepunt van de dag was een zeer smakelijke maaltijd bij een Duits oorlogskerkhof (WOI) terwijl er op nog geen 20 meter afstand een aantal kraaien met behulp van een jachtgeweer naar de kraaienhemel werden gestuurd. Aan de vriendelijke verzoeken van de reizigers om hun tentjes een nachtje in een van de onmetelijke achtertuinen/weilanden van het dorpje Aussonce te mogen opzetten werd geen gehoor gegeven. Analyse achteraf lijkt aan te geven dat de boomlange gestalte en de dreigende uitstraling van de gast de doorslaggevende factor hierbij waren. Het kan niet gelegen hebben aan het vriendelijke voorkomen van de Monserat-ganger. Wederom wildkamperen dus!
Woensdag leidde het pad, in dit geval een oude Romeinse weg, naar Reims. Het weer was gekanteld, de zon begon duidelijk de overhand te krijgen. Reims, met zijn prachtige kathedraal, bood de randoneurs een prachtige slaapplek in een soort jeugdherberg, koud bier en mosselen.
En ook hier het verschil in wereldbeleving tussen gastheer en meeloper: waar de eerste in het Gotische huis van de bisschop zoals gebruikelijk een kaars opstak om vrienden en naasten te steunen weigerde de meeloper botweg in dergelijke rituelen mee te gaan!
De laatste wandeldag liepen de klimvrienden Reims en haar agglomeratie uit, langs wijngaarden (champagne!), door een zich over kilometers uitstrekkend woud, wederom wijngaarden (champagne!), dorpjes, en tenslotte een lange entree naar Epernay. Uiteraard dronken de heren hier bier, koud bier, ondanks de overdadige presence van dat andere koolzuurhoudende vocht. Dit laatste gezamenlijke stukje tocht werd afgesloten met een rijkelijk overgoten maaltijd op een terras in de stad
Op de ochtend van de vijfde dag is de tijdelijke meereiziger per trein en liftend afgereisd naar Buzancy. De pelgrim gaat voort.
Kunnen er nog lessen uit de wandeling van de eerste week van juni worden getrokken?
Mark doet op zijn website een aantal mededelingen over het karakter van de tocht. Misschien ten overvloede een aantal aanvullingen:
– de zelfgevangen geroosterde forel aan het einde van een lange dag is eigenlijk een blikje sardientjes,
– oud brood van eergisteren is in Frankrijk echt oud brood,
– de brander functioneert prima, neem als gast wel aanmaakblokjes mee,
– twee plastik wijnglaasjes (HEMA) maken het leven van een pelgrim een stuk aangenamer,
– de pelgrim heeft een vreemde, haast mytische aantrekkingskracht op vrouwen die de 70 ruimschoots zijn gepasseerd. Alles willen ze weten van zijn tocht en zijn motief. En hij vertelt het ze ook!
Conclusie
Dit stuk van Mark’s pelgrimage had veel in zich: regen, zon, saaie stukken, prachtige stukken, compacte dorpen en steden, (zeer) uitgestrekte velden en akkers. Maar vooral kameraadschap en vriendschap. Bedankt pelgrim!
Ha Frank, ik heb genoten van je amusante bericht, en van het samen optrekken, ook al hebben we de stijgijzers en karabiners niet nodig gehad.
Nog iets over kraaien; toen erop geschoten werd en wij in het schootsveld zaten zei ik je al dat ik me meer verwant voelde met de kraaien dan met de schutter. Een paar dagen terug kwam ik in bos een opgesloten kraai tegen in een kooitje van 0,3 bij 0,3 bij 0,3. Ik vond dat echt niet kunnen zo’n stoere kraai in zo’n kleine kooi dus heb ik hem bevrijd. Sindsdien word ik langs de velden onthaald met met amicale stoere schreeuwen.
Hallo kraaienredder (goede actie!!!),
GR10 (939 km volgens Ton Joosten, http://www.pyreneeen-online.com) ziet er veelbelovend uit, maar de Spaanse variant (Gran Recorrido no 11/GR11/842,7 km volgens Paul Lucia auteur van een GR11-gids) heeft een wat meer alpien karakter, is slechter gemarkeerd en in de zomer beduidend warmer
( ‘moordend heet’). Lijkt me, vooral vanwege de temperatuur maar ook gevoelsmatig, geen goede optie.
De Haute Randonnee Pyreneenne (HRP, ruim 800 km) is echt alpien, nog minder gemarkeerd dan de GR11, mentaal belastender (want soms dagenlang in de bergen – hoe mooi wil je het hebben!!) en kent het meeste natuurschoon.
Mijn voorkeur gaat uit naar de HRP, maar de GR10 is ook een interessante optie. Qua planning e.d. lijkt deze veel makkelijker en comfortabeler: veel gites, dorpjes en campings.
Zo heb je weer wat om over na te denken tijdens je pelgrimage. Die Zwarte Maagd kan soms ook vervelen!
Groeten,
Frank